Corona en nieuwe regelgeving bezorgden lokale overheden heel wat extra communicatiewerk.
'Maar méér communicatiewerk leidde slechts beperkt tot meer communicatiemiddelen, blijkt uit onderzoek van Thomas More-hogeschool. Bij de meeste gemeenten met minder dan 10.000 inwoners is de toestand zelfs schrijnend.
Afgelopen maanden realiseerden onderzoekers van Thomas More-hogeschool een nieuwe editie van het 'Groot Gemeentelijk Communicatieonderzoek', een online enquête bij de communicatieverantwoordelijken van de Vlaamse steden en gemeenten. 217 van de 300 Vlaamse steden en gemeenten (72%) namen deel aan deze online bevraging.
Meer communicatie-uitdagingen voor steden en gemeenten
Het Decreet Lokaal Bestuur (2017) en het Vlaams Bestuursdecreet (2018) verplichtten lokale overheden tot meer tweerichtingscommunicatie en inspraakvoorzieningen.
Bovendien moeten ze nu meer dan ooit werk maken van bereik en kwaliteit van de gemeentelijke communicatie. En ondertussen diende zich de coronapandemie aan.
Evolueerden de communicatie-inspanningen van onze steden en gemeenten mee met deze nieuwe uitdagingen? We zetten de belangrijkste bevindingen op een rijtje.
Meer vinger aan de pols
Bijna alle gemeenten ontwikkelen op een of andere manier bewonersparticipatie. De helft van de Vlaamse gemeentebesturen duidde daartoe een coördinator inspraak en participatie aan, drie keer zo veel als bij de vorige meting, in 2017.
Lokale overheden zetten meer verschillende methodieken in: naast enquêtes en gespreksvormen doen ze meer en meer beroep op opkomende online dialoogplatformen zoals Hoplr.
Ze meten ook vaker bereik en waardering van de gemeentelijke communicatiekanalen.
Meer digitale en meer mondelinge communicatie, iets minder drukwerk
Er zijn enkele nieuwkomers bij de gemeentelijke communicatie-instrumenten. 83% van onze steden en gemeenten zet mee in op BE-Alert. Een eigen gemeente-app vind je terug bij 26% van onze lokale besturen. Hoplr deed haar intrede bij 21% van de steden en gemeenten.
Er is in vergelijking met de meting in 2017 gevoelig meer inzet van Instagram, LinkedIn en betaalde Facebookadvertenties. Gemeentelijke Twitter-accounts en sms-berichten (andere dan de sms-berichten via BE-Alert) kenden evenwel een sterke terugval.
Opvallend is dat steden en gemeenten volop actief blijven met de inzet van verschillende types mondelinge communicatievoorzieningen: infobalies, infolijnen, bijeenkomsten, actief telefoneren of aanbellen, ....
Ongeveer 1 op 4 steden en gemeenten doet ook beroep op intermediairs en/of buurtwerkers.
Hoewel er wat minder drukwerk wordt geproduceerd, blijft met name het gemeentelijk informatiemagazine een topkanaal, ingezet door àlle lokale overheden.
Minder doelgroepencommunicatie
Markant is dat steden gemeenten minder gerichte communicatie ontwikkelen naar specifieke doelgroepen. Die daling valt het meest op bij communicatie naar kwetsbare groepen.
Nochtans heeft de coronaperiode geleerd dat 'bredepubliekscommunicatie' niet volstaat om kwetsbare groepen te informeren en te sensibiliseren.
Veel meer communicatiewerk, nauwelijks groei in personeelsinzet
Enerzijds stellen we vast dat het 'klassieke' communicatiewerk volop verder draait: inwoners informeren, promotie, perscontacten ... .
Anderzijds merken we gevoelig meer werk voor crisiscommunicatie, interne communicatie, inspraak en participatie, contentbeheer van hoe langer hoe meer communicatiekanalen.
Maar: het aantal communicatiemedewerkers is slechts een beetje meegegroeid (gemiddeld +7% personeelsinzet t.o.v. vorige meting, in 2017).
Zorgwekkend: de communicatie bij kleine gemeenten (-10.000 inwoners) gaat achteruit
De kloof tussen kleine en andere gemeenten wordt bij elke meting groter. Maar wat nu helemaal markant is, is dat een kleine gemeente gemiddeld nog maar slechts 0,84 VTE communicatiemedewerker heeft: een daling t.o.v. de meting in 2017 (toen nog 1,02 VTE).
Bij de meeste indicatoren in het onderzoek scoorden kleine gemeenten slechter tot veel slechter dan gemeenten met meer dan 10.000 inwoners: minder doelgroepencommunicatie, minder communicatiekanalen, minder werk maken van inspraak en participatie, ... .' Foto Rika JP/rr.